Inleiding

Stel je eens voor: thee zonder suiker. Of erger nog, helemaal geen thee. Pepernoten die naar niets smaken, bah! Een eitje zonder peper, getverderrie! Wat zou ons eten toch saai zijn zonder kruiden of specerijen.

Je bent er nu erg aan gewend dat je gewoon kruiden en specerijen in iedere supermarkt kan kopen. Vroeger was dat wel anders. De specerijen kwamen hélemaal uit Azië en dat was een lange, zware reis vol gevaren. Bovendien kwamen de kruiden en specerijen niet allemaal uit één en hetzelfde land. De VOC-schepen moesten voor ieder kruid naar een ander gebied varen.....

Nederland is een handelsnatie. Dat was vroeger ook al zo. Nederland heeft een heel groot bedrijf gehad, wat betreft de handel. Dit bedrijf is de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De VOC handelde vooral in kruiden en specerijen die ze uit Azië haalde. Deze handel werkte erg goed en daardoor is de VOC in de 17e en 18e eeuw één van de grootste bedrijven van de wereld geworden.

De handel werkte goed doordat er in Azië bepaalde kruiden voorkwamen die in Nederland niet voorkwamen: peper, nootmuskaat, kruidnagel, foelie en Chinese thee, koffie en suiker. Dit wilden de mensen erg graag hebben.

Samenwerken
Aan het einde van de 16e eeuw waren er allerlei kleine bedrijfjes die veel handel dreven met Azië. Zij werden compagnieën genoemd. In Nederland, wat toen de Vereenigde Nederlanden heette, wilde de regering dat alle compagnieën gingen samenwerken en niet dat ze met elkaar gingen concurreren. Daarom werd op 20 maart 1602 de Vereenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Er deden bedrijven uit zes steden mee: Enkhuizen, Hoorn, Amsterdam, Rotterdam, Delft en Middelburg.

Ben je al een beetje nieuwsgierig geworden?

Klik maar snel op verder