- Je weet nu meer over allerlei onderwerpen die met het hart te maken hebben.
- Kies er één uit waar jij je hoofdstuk over wilt schrijven. ·
- Neem je aantekeningen erbij. Dus print je werkblad ‘aantekeningen’ uit.
Wat is belangrijk bij het schrijven?
- Je maakt eerst een proefversie. Je kunt daarmee testen of anderen je wel snappen of je werk goed vinden.
- Je verhaal is tussen 1,5 velletje en 2 velletjes lang.
|
Hoe schrijf je een goed hoofdstuk?
Bedenk dat:
- Iedereen je hoofdstuk moet snappen.
- Niet iedereen zoveel weet als jij.
Een goed hoofdstuk heeft:
- Een goede titel, die aangeeft waar het over gaat.
- Een inleiding, en dan een aantal alinea’s of paragrafen.
- Een handige, logische volgorde in de alinea’s.
- Juiste feiten.
- Uitleg over hoe iets werkt of waarom iets zo is.
- Plaatjes die helpen om de feiten en de uitleg te snappen.
- Goed taalgebruik.
Een handige aanpak:
- Let nog niet meteen op spelling, punten, plaatjes, lettertype of kleur.
- Het gaat nu eerst om de inhoud: wat je wilt zeggen in je tekst. · Als je de inhoud hebt, ga je nog eens opnieuw je tekst door:
- Klopt de spelling en leestekens?
- Kijk daarna ook nog eens naar lettertype, kleur en andere manieren om je tekst mooi te maken.
|